Grotestraat met Boerenleenbank
Grotestraat met Boerenleenbank

Markant Bornenaren: Jozef Knuif, sociale bankier

Algemeen

De Rabobank is tegenwoordig voor veel zaken gesloten. Het grote pand aan de Grotestraat is nog maar beperkt toegankelijk. Hoe anders was dat in de tijd van de Boerenleenbank, de bank van Knuuf.

‘’Effen noar’n Knuuf hen’’. Jarenlang was dit voor veel Bornenaren de manier om duidelijk te maken dat de plaatselijke bank met een bezoek werd vereerd. Officieel ging het om de Boerenleenbank, in 1903 mede opgericht door ondernemer J.C.M.B. Knuif. Zijn winkel bood niet alleen manufacturen en rookwaren, er kon ook gespaard en geleend worden. Tot 31 maart 1939 bestierde hij de geldzaken voor met name de Bornse boeren. In datzelfde jaar werd hij opgevolgd door Marietje Knuif. Broer Jozef werd aangesteld als adjunct-kassier, klom op tot kassier in 1947 en werd in 1965 aangesteld als directeur. In 1975 verliet hij als laatste telg uit de ‘bankiersfamilie’ de toen al tot Rabobank omgedoopte instelling. Geen enkele oudere Bornenaar twijfelt eraan dat opnieuw een Knuif aan het roer was gekomen als Jozef en zijn echtgenote Dinie kinderen zouden hebben gekregen.

Jozef was een bijzonder geliefd persoon in het Bornse van toen. Een zeer sociaal mens, die veel voor de gemeenschap over had. Alsmede ook voor de echtgenote en acht kinderen van zijn jong overleden broer Bernard, die achter de bank in een boerderij woonden. Jozef was dus beslist geen afstandelijke rijzige gestalte in driedelig grijs kostuum en een sigaar tussen de vingers. Evenmin sloot hij zich op in het kleine kantoortje achter de serredeuren, maar hielp daarentegen rustig mee aan het loket. Een spaarrekening bijschrijven vond hij het leukste.


De tekening is gemaakt door Hans Leuverink 

De bank stond in die tijd ook al aan de Grotestraat. In feite was het een dubbel woonhuis, twee-onder-een-kap, waar Jozef en zijn vrouw tevens woonden. ‘Mijn hartenlapje’ noemde hij haar liefkozend. Met de Hengelose kermis werd ze steevast getrakteerd op paling. Op haar beurt gebruikte ze het koosnaampje ‘mijn papboertje’ voor hem vanwege de maagklachten van Jozef. Regelmatig werd Jozef even naar huis geroepen als de pap warm was. Zo kon het ook gebeuren dat Jozef, ziek als hij soms was, gekleed in peignoir met daaronder zijn pyama aan het loket verscheen als een klant hem absoluut wilde spreken. Dit laatste ging hem overigens niet zo goed af, hij stotterde.

Het was goed werken onder Jozef. Elke ochtend werd er koffie geserveerd met verse opgeklopte melk afkomstig van de boerderij van Bernard. En was er iemand jarig dan trakteerde echtgenote Dinie op zelfgebakken taart met rum. In een gemoedelijke sfeer werden de bankzaken afgehandeld. Kleinschalig, knus. De bank bestond uit een halletje met twee bankjes, drie loketten en een spreekkamer. Eens per maand werd er vergaderd met het bestuur. Dat gebeurde in het kamertje achter de serredeuren, waar de rook soms letterlijk te snijden was. De medewerkers van de bank wisten precies hoe de klanten er financieel voor stonden. Daar is echter nooit misbruik van gemaakt. De familie Knuif genoot van oudsher een groot vertrouwen. Bepaalde zaken zoals hypotheken en leningen handelde hij persoonlijk af.

In zijn vrije tijd was Jozef een fervent jager. Bovendien was hij penningmeester van de voetbalclub Neo en van het Openluchttheater Hertme. Op 12 maart 1975 ging hij met pensioen, vier jaar na de nieuwbouw aan de Grotestraat. ‘’Ik had nooit gedacht dat het zo’n grote bank zou worden’’, verklaarde hij later.