Afbeelding

Column Zeut: Tranendal

Algemeen

Irene is samen met haar man eigenaar van het koffiezaakje op het station van Borne. Een druk punt, waar veel ontmoetingen plaatsvinden en reuring is. In Hart van Borne vertelt zij wat zij er zoal meemaakt.

Ik hou van mensen. Maar sinds ik een winkel run, heeft de liefde voor de mensheid weleens een duw gekregen. Nu snap ik dat mensen in de vroegste ochtend niet op hun best zijn als ze koffie komen scoren. Ze zitten met hun hoofd bij hun dag, bij het proefwerk dat ze niet goed hebben geleerd, hun functioneringsgesprek of het proces verbaal waarmee ze net uit een politiebusje zijn gestapt.

Iedereen neemt zijn wereld mee naar binnen en dan komt vriendelijk zijn tegen de mevrouw van de koffie niet altijd even goed uit de verf. Het is op zich goed te begrijpen en ook geen halszaak. Gelukkig is het merendeel van de klanten wel heel aardig, helemaal na het bemachtigen van iets waar cafeïne in zit.
En ik moet ook wel de hand in eigen boezem steken. De afgelopen weken nam ik mijn privë-wereld ook mee naar mijn werk. Ik ben gewoon niet goed in het scheiden ervan. Ik zie de zaak soms wel als een verlengde van mijn huis en ik ben er volkomen mezelf, in welke vorm dan ook. Afgelopen weken was ik voornamelijk vloeibaar. Ons jonge hondje bleek ongeneeslijk ziek en weken vol zorgen waren vast te lezen van mijn gezicht. Sterker, je kon er niet omheen, ik liep met dikke ogen van het huilen en wallen van nachtelijke gepieker. En nog voor ik kon uitzoeken welke operaties misschien nog zinvol waren, ben ik nu een crematorium aan het regelen.

Wanneer klanten voorzichtig informeerden of het wel ging, vertelde ik kort wat er speelde. Misschien dachten ze: “Joh, waar maak je je druk om, het is maar een hond.”

Hoe lief is het dan ook dat mensen speciaal binnen komen om te informeren hoe het gaat. En als ik me dan excuseer voor het tranendal dat ze gratis bij hun koffie geserveerd kregen, is steevast het antwoord: “Joh, maak je niet druk, je bent ook maar een mens.”