Karel Olthuis; de toenmalige drijvende kracht achter revuegezelschap Stoefmel.
Karel Olthuis; de toenmalige drijvende kracht achter revuegezelschap Stoefmel.

Karel Olthuis, veelzijdig Buulke

Algemeen

Stoefmel, de Boornse Revue, voor velen een begrip. Elk jaar werd er naar de opvoeringen uitgekeken, net als die van de Boornse Noabers, de Niejjoarsvesiete. Helaas verdwenen ze. Geen animo, geen aanwas van jonge leden, geen tekstschrijvers en meer van dit soort oorzaken.

BORNE - Een van grootste drijfveren achter het revuegezelschap Stoefmel was ongetwijfeld Karel Olthuis. In het boek Markante Bornenaren, dat in 2006 werd uitgebracht ter gelegenheid van de 800ste verjaardag van Borne, staat het volgende hoofdstuk waarbij Hans Leuverink een passende tekening maakte.

Omdat Karel niet wist wat hij wilde worden, liet zijn vader hem testen, heel bijzonder in die tijd. De uitslag: hij moest een creatief beroep kiezen. Daarop werd hij naar de bakkersopleiding in Almelo gestuurd. Creatief dat wel, maar niets voor Karel. Hij werd opbouwwerker, maar in het Borne van die tijd werd hij vooral bekend als schrijver, schilder, boetseerder en tekenaar. Het meest echter als Buulke in de Boornse Revue.

Mel en Buulke, met Karel Olthuis als Buulke en Hans Mulder sr. (later opgevolgd door zoon Hans jr.) als Mel. Het duo schreef plaatselijke geschiedenis met de vertolking van twee dorpsroddelaars, die alles van iedereen meenden te weten. Personen, gebeurtenissen, ontwikkelingen, alles en iedereen werd op onnavolgbaar humoristische wijze door het duo op de korrel genomen. Scherp, maar nooit beledigend, passend bij het dorp Borne.

Eigenwijs ventje
Karel Olthuis, geboren op 23 augustus 1932 als zoon van de Bornse aannemer Gerard Olthuis en Anna Nijhuis, geboren in Tubbergen. De aannemerij stond ooit op de hoek Ennekerdijk-Zuid Esch, het ouderlijk huis aan de Grotestraat tegenover de Spanjaardswoningen. Hij groeide er op met twee broers en twee zussen. Kleine Karel bleek een eigenwijs ventje, dat geen moeite had met de Lagere School aan de Oude Almeloseweg, de plek waar hij ook de Mulo doorliep. Joop ter Haar, Fons Schoemaker en Scholten waren zijn vrienden. Het moet een ondernemend en ondeugend groepje zijn geweest, aldus zijn echtgenote Diny Nieuwkamp(van de steenhouwer aan de Grotestraat). Karel belandde op zeker ogenblik in het jeugdwerk. Het paar vertrok naar Den Haag waar Karel zich bezighield met probleemjongeren in een opvang die door de kerk was opgezet. Vervolgens heeft het paar nog in Renkum, Nijkerk en Asten gewoond. Daarna keerden ze terug naar Borne in 1976.

Karel pakte zijn oude vak weer op en kreeg een baan als opbouwwerker in Goor, Markelo en Delden. Thuis deed hij steeds meer dat wat zijn hart hem ingaf en wat de test in zijn jeugd al uitgewezen had. Creatief bezig zijn. Sloebertje was het eerste boek van zijn hand, dat uitgegeven werd in 1980. Hierin beschrijft hij onder meer zijn eigen jeugd. Uske, Fuske Stro en daarna Koekoeksjong volgden. Een paar jaar eerder was hij ook al begonnen met het schrijven van scripts voor een revue. Twee jaar later bracht Stoefmel het eerste door hem geschreven verhaal op de planken. Het was een doorbraak, hij zou het tot aan zijn dood op 14 juli 2000 blijven doen. Stoefmel en Karel Olthuis bleven onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Na zijn dood bleven nog een hele stapel onuitgebrachte scripts liggen. Daarnaast was hij actief bij de Kreenk veur de Twentsche Sproak, boetseerde en schilderde veel en was betrokken bij de oprichting van GB'90. Olthuis was een gezelschapsmens pur sang. Als hij mensen om zich heen had was hij in zijn element.