Column Irene Pigge: Vraag van de dag

Irene Pigge is samen met haar man eigenaar van het koffiezaakje op het station van Borne. Een druk punt, waar veel ontmoetingen plaatsvinden en reuring is. In Hart van Borne vertelt zij wat zij er zoal meemaakt.

Het hebben van een koffiezaak is naast hard werken, gewoon echt heel gezellig. Met sommige klanten bouw je echt wat op, ik zie sommige mensen dan ook iedere dag. Ondertussen dat ik koffie of een broodje maak, is er wel vaak even tijd voor een praatje, als de klok en de trein dat toelaten. Of het humeur, dat wil ook nog weleens wisselen. Je merkt het snel genoeg, of iemand zin heeft om te praten. Je hebt mensen die woordeloos, al dan niet met oortjes in, een Red Bull en een pakje kauwgom op de toonbank smijten, hun pasje omhoog steken en zonder op of om te kijken of te groeten de deur weer uitgaan, maar de meesten hebben iets meer fatsoen en ook weleens tijd voor een praatje.

Terugkerend onderwerp is de laatste twee jaar natuurlijk de pandemie. Als je al niet ziek wordt van Corona, dan word je het wel van de gesprekken erover. Ik heb ze de laatste maanden bij iedere kop koffie die ik uitgeef. En dat zijn er heel wat. Ineens was ik er dan ook helemaal klaar mee; ik werd er sikkeneurig van, want steeds praten over dingen die je niet blij maken, daarvan word je vanzelf ontevreden.

Dat moest anders. Ik heb nu een bordje op mijn toonbank staan met daarop de vraag van de dag, deze kan gaan over heel uiteenlopende onderwerpen. Mensen die het geinig vinden deze te beantwoorden, doen dit uit zichzelf en zo kom ik achter dingen die ik anders niet had geweten. Soms komen ze ’s middags hun hoofd nog even om de deur steken om nog even terug te komen op die vraag van de dag of van die dag ervoor. Dit maakt mijn dag zoveel leuker!